Terug naar overzicht Antwerpse begraafplaatsen Berchem Antwerpen 25 - 1 - 1873 / Sint-Katelijne Waver 8 - 12 - 1952 Isidore Bollekens Het grafmonument van Isidore Bollekens bevindt zich op perk 02 – A - 09.

In 1858 startten François-Jérome en Eugène-Charles Bollekens in de Antwerpse Jezusstraat een bescheiden schrijnwerkerij op. Door de goede gang van zaken verhuisden ze in 1877 reeds voor de tweede maal naar een grotere locatie. Op deze locatie, de Pelikaanstraat te Antwerpen, zou het atelier uitbreiden tot 3000 m. In 1895 neemt François-Jérome het bedrijf van zijn broer over. Zijn drie zonen Eugene, Joseph en Isidore Bollekens staan hem bij. In 1905 nemen de drie broers het bedrijf van hun vader over: Eugene zorgt voor de boekhouding en de administratie, Isidore is verantwoordelijk voor de productie en Joseph staat in voor de klanten. Vanaf 1905 nemen de drie zonen Eugène, Isidore en Jozef Bollekens de leiding over. Bollekens produceerde in die periode vooral rolluiken, deur-, kroon- en sierlijsten. De firma verzorgde ook het houtwerk van enkele prestigieuze projecten zoals de Antwerpse Zuidstatie, het Centraal Station en de Nationale Bank. In 1909 maakte Baron Pierre de Caters met zijn tweedekker een onzachte landing op een Wilrijks plein. Bollekens werd gecontacteerd voor de herstelling van het houten vliegtuig. De technisch onderlegde Isidore Bollekens stortte zich met overgave op de reparatie van de tweedekker en bracht ook enkele verbeteringen aan. Baron de Caters was onder de indruk en Bollekens mocht een bestelling van acht extra toestellen noteren. Bollekens had er een nieuwe afdeling bij: de vliegtuigbouw

(Klik hier voor een pdf-bestand met meer informatie).

Op 5 oktober 1923 werden de Ateliers Bollekens Frères opgericht. De werkplaatsen waren gelegen aan de Stationstraat 171 te Duffel. De maatschappelijke zetel was echter gevestigd in de Pelikaanstraat 96 te Antwerpen waar de familie Bollekens zich in 1877 gevestigd had met een industriële schrijnwerkerij. Na de eerste wereldoorlog diende er te worden uitgekeken naar een nieuwe locatie voor de schrijnwerkerij omdat de Pelikaanstraat te weinig uitbreidingsmogelijkheden bood. De uiteindelijke keuze viel op de oude terreinen van de Briqueteries Anversoises. Deze Duffelse steenbakkerij was in 1914 zwaar geraakt door Duitse beschietingen en was na 1918 niet meer heropgestart. In 1923 startte Bollekens dan te Duffel de schrijnwerkerij op. De boomstammen werden via de Nete aangevoerd terwijl de afgewerkte producten via het nabijgelegen spoor de fabriek verlieten. Al spoedig stak een onoverkomelijk probleem de kop op. De grote vochtigheid op de site werkte in op het hout en veroorzaakte onoverkomenlijke problemen op het gebied van de geleverde kwaliteit. De overschakeling naar een andere bedrijfstak was onafwendbaar en de uiteindelijke keuze zou op de carrosseriebouw vallen. Vanaf 1924 leverde Bollekens koetswerken en stuurcabines af voor vrachtwagens en bestelwagens. Ook takelwagens, ijswagens, autobussen en mobiele laboratoria behoorden tot de afgeleverde producten. Tot de klanten behoorden zowel kleine zelfstandigen als grote constructeurs. Voor de tweede wereldoorlog waren Morris Commercial en General Motors voorname klanten. Na de tweede wereldoorlog behoorden onder andere Ford, Seddon, DAF, Volvo, International Harvester, AEC en Scania-Vabis tot het cliënteel. Ondertussen was in 1946 pater familias Eugène Bollekens teruggetreden als bestuurder, een functie die hij sinds 1923 op zich had genomen. Zijn plaats werd ingenomen door zijn drie zonen, Henri, Jozef en François. Ondertussen evolueerde ook de gebruikte technieken in de carrosseriebouw. Tot 1948 werden de meeste geraamtes uit hout gemaakt en werd de buitenkant met plaatstaal afgewerkt. Na 1948 werden ook de geraamtes uit staal vervaardigd en vanaf begin jaren zestig deed de met glasvezel versterkte polyester zijn intrede in de carrosseriebouw bij Bollekens. In de jaren zestig liepen de orders bij Bollekens sterk terug. De grote constructeurs integreerden steeds meer de assemblage van het koetswerk in hun eigen productielijnen. Door de sombere vooruitzichten hadden de gebroeders Bollekens nagelaten om voldoende te investeren in een moderner machinepark. De oprukkende automatisering bij de concurrentie zorgde ervoor dat Bollekens het zeer moeilijk kreeg en de verliezen stapelden zich op. De drie broers Henri, Jozef en Francois Bollekens hadden ondertussen de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en besloten om de carrosserie te sluiten en in 1972 ging Ateliers Bollekens Frères in vereffening.


Met dank aan Mia Verbanck

voor de informatie