Ruggeveld Rotselaar 27 – 11 - 1885 / Antwerpen 11 – 5 - 1965 Maria Eulalia Van Huyck Maria Eulalia Van Huyck werd begraven op Ruggeveld maar het graf werd geruimd.

In 1908 startten Jozef Van Boom en zijn vrouw Maria Eulalia Van Huyck een beenhouwerij in de Kerkstraat in Antwerpen. Beenhouwerij Van Boom was aanvankelijk een traditionele slagerszaak. Wereldoorlog I had zijn tol geëist en de bevolking moest terug op kracht komen, letterlijk en figuurlijk. Dat kon niet beter dan met een bol soep, getrokken van een stevige vleesbouillon. Maria Eulalia Van Boom-Van Huyck vond in de beenhouwerij genoeg ingrediënten voor een stevige bouillon en zo werd Soep J. Van Boom geboren. Aanvankelijk werd deze enkel in de beenhouwerij verkocht. De soep kende succes en Van Boom zocht en vond een gat in de markt. Het was in die tijd heel gebruikelijk dat handelswaar aan huis werden verkocht. Van Boom zette zijn grote ketel heerlijke warme soep op een bakfiets en reed daarmee van deur tot deur. In een mum van tijd werd Soep Van Boom een begrip in Antwerpen. De opkomst van gemotoriseerd vervoer blies wind in de zeilen. Toen Jozef Van Boom in 1942 kwam te overlijden werd de zaak voortgezet door zijn zoon Jules. Jules Van Boom had een neus voor zaken doen. Hij bouwde de zaak van zijn vader uit, investeerde in een groot wagenpark dat hij in de Antwerpse kleuren rood en wit liet schilderen, zette zijn personeel in keurige uniformen en hij maakte van zijn oude bakfietsen een treintje waarmee hij met de kinderen door de stad reed. Legendarisch waren de tombola’s. Men kon tot 50 wagens winnen en de winnaar mocht er een uitkiezen. De clou was dat er één auto bijstond … zonder motor. De weging van ‘de Vette Os‘ was in de jaren vijftig een bijna zuivere Van Boom-aangelegenheid. Niet alleen kocht hij steevast de dikste os op. Hij organiseerde telkens een stoet waarin het voltallige personeel mee opstapte. Hijzelf zat dan aan het stuur van zijn treintje. Dat gevoel voor stunts leverde hem geen windeieren op. In die dagen werd meer dan 30.000 liter soep per dag verkocht. Hij had in zijn moeder, door iedereen “moemoe Van Boom” genoemd, een ideale zakenpartner voor de dagelijkse productie van de soep.  Soep Van Boom werd zelfs de vaste leverancier aan alle stedelijke scholen.  

medewerkers Soep Van Boom

 

Met dank aan Ludo Dieltiens

voor de informatie.


tombolakaart Soep J. Van Boom

 

Thaise tom yam kung

 

Hongaarse goulash

 

San Francisco clam chowder

Legendarisch waren zijn loterijen. Wel 50 Fords waren er te winnen en de winnaar mocht er één uitkiezen. De clou was wel dat er één auto bijstond zonder motor.
En de weging van de Vette Os was in de jaren vijftig een bijna zuivere Van Boom-aangelegenheid. Niet alleen kocht hij steevast de dikste os op. Hij organiseerde telkens een stoet waarin het voltallige personeel mee opstapte. Hijzelf zat dan aan het stuur van zijn treintje.
Dat gevoel voor stunts leverde hem geen windeieren op. In die dagen werd meer dan 30.000 liter soep per dag verkocht.

Maar aan alle mooie liedjes komt een eind. De tijden veranderden. Het bedrijf werd zo groot dat de gemoedelijke sfeer verdween.
Moemoe Van Boom, de ziel van het bedrijf, overleed in 1966. Jules raakte zijn energie niet meer kwijt in het soepbedrijf.
Met zijn gekend enthousiasme gooide hij zich op een nieuw project: de Eurobowling in Deurne, waar hij meteen voor de ambiance zorgde.

Er werd nog met diepvriessoep begonnen, maar hiermee was Jules te ver vooruit op zijn tijd. De mensen stonden er nog te wantrouwig tegenover.
De zaak werd nog overgelaten aan een familielid maar zakte enige jaren later in mekaar. Soep aan huis was opeens niet meer in.
Meer en meer huisvrouwen gingen uit werken. Een pannetje soep halen bij de bestelwagen op straat raakte uit de tijd.
"Het vet was van de soep."

Jules Van Boom overleed op 19 augustus 1979.



Met dank aan Ludo Dieltiens voor de informatie.


Maria Eulalia Van Huyck werd begraven op Ruggeveld maar het graf werd geruimd.