Hendrik was de jongere broer van Aloïs Sledsens. Niet lang voor zijn geboorte in 1920, overleed de oudste dochter van het gezin. Als oudere broer, zorgde Aloïs steeds voor hem. Immers, door het overlijden van hun zus, was hun mama zeer triest geworden, en dat is nooit gebeterd. Gelukkig had hij zijn oudere broer, om voor hem te zorgen en hem op te voeden. Na zijn middelbare school, ging Hendrik rechten studeren. Van priester worden was nog geen sprake, die beslissing nam hij pas na zijn voorlaatste jaar. Echter, zijn broer was niet akkoord en vond dat hij eerst zijn studie moest afmaken, en erna nog naar het seminarie kon. Dat gebeurde dan ook, Hendrik studeerde af als advocaat en begon het jaar erna op het seminarie. Dankzij zijn diploma, kon hij de studie wel verkorten. Een uitgebreid leven als priester begon. Vele watertjes werden doorzwommen, niet altijd even makkelijk, maar met volle overtuiging, levensdrift én de steun van zijn grote broer, zijn schoonzus en hun kinderen ging hij altijd vol enthousiasme te werk. Hij begon zijn carrière als leraar in het Sint-Lievenscollege te Antwerpen, waar hij tot 1960 les gaf. Zijn leerlingen herinneren zijn geestdrift en aanstekelijke levensvreugde. Deze jaren als leraar, waren zijn gelukkigste jaren. Een nieuwe uitdaging lonkte: hij werd benoemd tot directeur van het Sint-Pieterscollege te Turnhout, dat hij nieuw oprichtte. In Turnhout trok hij een prachtig gebouw op voor het nieuwe college, en zorgde voor een eendrachtig lerarenkorps dat de school snel groot maakte. Na 10 jaar als directeur in “zijn” college, werd hij benoemd tot Inspecteur Godsdienstleer in de rijksscholen. Deze enorme opdracht viel hem echter zwaar, de zware organisatorische, pedagogische en psychologische problemen lieten hem niet los. Als plichtsbewuste, en nauwgezette man was dit geen taak voor hem. Hij was blij dat hij in 1980 door de Bisschop ontheven werd van deze taak. In 1979 kreeg hij echter een zware slag te verwerken, zijn broer Aloïs was zeer onverwacht overleden en liet bij hem een enorme leegte na. Gans zijn leven had Aloïs immers voor hem gezorgd, hij woonde bij hem en was voor de ganse familie (ook voor de kleinkinderen) ‘Nonkel Rik’. Nonkel Rik die steeds blij was hen te zien, bezorgd was, vrolijk was en voor wie een bezoek nooit teveel was. De kleinkinderen van zijn broer droegen hem mee op handen. Na dit grote verlies, besliste hij voor het eerst in zijn leven op eigen benen te staan, en ging op zichzelf wonen. Ondertussen kreeg hij een nieuwe taak, en werd gedurende 2 jaar aalmoezenier in een rusthuis te Antwerpen. Maar de weerbots van zijn zware taak als inspecteur, en het verlies van zijn broer zorgden ervoor dat hij niet meer hetzelfde vermogen had als vroeger. Een korte tijd werkte hij nog op het Diocesaan secretariaat voor het katholiek onderwijs. Op 14 december 1984, is Hendrik overleden. 64 jaar, na een te kort leven dat rijkelijk gevuld werd door zijn onaantastbare plichtsbewustheid ten overstaan van andere mensen.
Met dank aan Benjamin Taymans
voor de informatie.