Schoonselhof Antwerpen 7 - 2 - 1871 / 4 - 9 - 1950 Pieter Dierckx Het grafmonument voor Pieter Dierckx bevindt zich op perk R, rij A.

Pieter Dierckx was portret- landschap- en historieschilder. Dierckx studeerde aan de  Koninkljke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen en aan het Hoger Instituut in Antwerpen. Zijn leraars waren onder meer Juliaan De Vriendt, diens broer Albrecht De Vriendt en Karel Verlat. Hij was lid van de Antwerpse kunstenaarskring De Scalden. In september 1896 werd hij directeur benoemd van de Tekenacademie in Temse en werd tevens verantwoordelijk voor de tekenklas. Hij vernieuwde de school naar vorm en inhoud en tilde haar op een hoger niveau. Pieter Dierckx geldt als een van de belangrijkste directeurs in de 230-jarige geschiedenis van de Academie van Temse. Als etser en grafisch ontwerper stelde hij zijn kunst ten dienste van het verenigingsleven ( affiches, briefhoofden…). Hij illustreerde het “Studentenliederboek” (1899) van Karel Heyndrickx. Voor de auteur Lodewijk Scheltjens (1861 - 1946) illustreerde hij in 1910 enkele kinderverhalen. In 1912 werkte hij mee als ontwerper van de historische stoet in Rupelmonde ter gelegenheid van de 400ste verjaardag van de geboorte van Mercator. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schilderde hij het landelijk leven in Temse met werken als: “Aardappelschillers in het Ouderlingengesticht”, “Het sober Maal”, “De Soepbedeling”, “Het Plekplein”, “De Kantwerkster“, “De Klompenmaker”, “De Mandenvlechter”, “De kleine Kaai” (1917), “Het verbrande Hof”, “De Baanwachtster”, “Het huisgezin van de Wever”, “Het Spinnewiel“, “Godvrucht op de Heide“ e.a. Het grootste gedeelte van zijn productie bestaat uit opnamen van landschappen waarin boszichten een bijzondere plaats innemen. Behorend tot de neo-impressionistische school speelde het licht een voorname rol in zijn werken. Hij werd ook aangetrokken door het historisch genre waarbij men vooral aan Hendrik Leys moet denken. Op aanbeveling van Franz Courtens, die grote waardering had voor de kunst van Pieter Dierckx, kreeg hij de belangrijke opdracht van de stad Lokeren om voor de raadzaal twee historische panelen te schilderen: op het ene ziet men Keizer Karel die aan de afgevaardigden van Lokeren in 1555 het octrooi voor het houden van een wekelijkse markt overhandigt. Op het andere paneel ziet men hoe Albrecht en Isabella in 1613 de Sint-Sebastiaangilde instellen en tevens het octrooi voor de jaarmarkt uitreiken. Het zijn grote schilderijen die de glorie van de school Leys bevestigen en die bovendien aantonen hoe Pieter Dierckx een geschiedkundig thema meesterlijk wist uit te beelden. In maart 1919 keerde hij terug naar Antwerpen en begon er een schildersatelier. Met het bijna 5 m brede doek: “ Sint-Willibrordus het evangelie verkondigend aan de oeverbewoners der Schelde omtrent het jaar 700” (1939) bevestigde hij andermaal zijn talent als historisch schilder. Dit werk hangt in de H. Hartkerk, Lange Beeldekensstraat 18 te Antwerpen. Met de schilderijen: “Dans der Sylphiden bij dageraad” en “ Orpheus de zoetgevooisde zanger van Tracië” (1942) heeft hij mythologische onderwerpen uitgebeeld. In dit laatste werk heeft hij de “Dans der Sylphiden” op de achtergrond hernomen. Als portretschilder heeft hij eveneens zijn meesterschap bewezen. Sedert 1952 wordt er aan de Tekenacademie van Temse een tweejaarlijkse “Pieter Dierckx Prijs voor schilderkunst” uitgereikt..