Schoonselhof Nevele 9 – 2 – 1836 / Antwerpen 17 – 7 – 1926 Aldemar Van der Cruyssen Het grafmonument voor  Aldemar Van der Cruyssen bevond zich  op perk G – West 1, graf 22 maar het werd in 1996 geruimd.

Aldemar Van der Cruyssen was achtereenvolgens gemeenteonderwijzer in Nevele en Kortrijk, kantonnaal schoolopziener in Tielt en provinciaal schoolopziener van West-Vlaanderen. In 1885 werd hij door de katholieke regering overgeplaatst naar Mechelen waar hij hoofdopziener lager onderwijs was tot zijn pensionering in 1897. Datzelfde jaar vestigde hij zich in Antwerpen, waar hij als liberaal flamingant in de provincieraad zetelde. In 1898 was hij tot plaatsvervangend provincieraadslid verkozen voor de Liberale Vlaamsche Bond van het derde kanton Antwerpen en in 1901 volgde hij Willekens op in de raad. Hij liet zich in het door de katholieken gedomineerde provinciebestuur vooral kennen als de grote verdediger van het officieel onderwijs. Hij was ook actief in het Willemsfonds en volgde Max Rooses op als voorzitter van de Antwerpse afdeling en als lid van het hoofdbestuur. Hij publiceerde zestien novellen en romans in de traditie van Conscience met wie hij bevriend was, en als letterkundige voerde hij het woord op de begrafenissen van onder meer Rosalie Loveling en Hendrik Conscience. In 1910 was hij lid van de commissie onder leiding van Max Rooses die aan de koning een verslag over de Vlaamse eisen bezorgde en het verslag 'De Vlamingen onder de Nieuwe Regeering' op grote schaal verspreidde. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtte Van der Cruyssen naar Folkestone in Engeland, keerde in 1919 naar Antwerpen terug en werd in 1921 ingevolge het bestuursakkoord tussen katholieken en liberalen ondervoorzitter van de provincieraad.  

 

Met dank aan Carlos Heytens

voor de informatie.